** Gesprek met mijn mentor **

Ik heb mijn mentor tijdens mijn stageperiode het schema voorgelegd dat we tijdens de les hebben opgesteld (zie hieronder). Ik heb haar enkele vragen gesteld waaruit ik kon afleiden wat haar visie op onderwijs is. De antwoorden die ik kreeg op mijn gestelde vragen heb ik onder dit schema uitgeschreven.


Uit gesprek met mijn mentor blijkt dat zij het grotendeels eens is met de visie op onderwijs van het E.G.O.

* Volgens haar moeten kinderen zich in eerste instantie goed voelen in hun vel, in de klasgroep en moeten ze ook graag naar school komen. Ze zegt dat dit alleen kan als je als kleuteronderwijzer er voor zorgt dat het kind een hoog gevoel van betrokkenheid en welbevinden kan ervaren in de klas of in de klasgroep. 

* Ook zegt ze dat het voor haar belangrijk is om de kleuters eens vrij te laten spelen. Hierdoor gaan ze eventuele succeservaringen opdoen die ze zelf tot stand gebracht hebben. Mijn mentor is het er volledig mee eens dat kinderen wel eens vrijheid nodig hebben, maar dit mits vooraf goed gekende grenzen en afspraken.


* De interesses en leefwereld van het kind stelt mijn mentor ook centraal. Dit was duidelijk zichtbaar in de klas zelf want het thema leefde heel zichtbaar in de klas en de kleuters gingen hier helemaal in op. 

* Mijn mentor vond het ook belangrijk dat je als leerkracht oog hebt voor alle kinderen. Daar wordt niet overal zo op gelet tot op de dag van vandaag, zei ze. Heb je nu een kansarm kind, een allochtoon kind, een kind met beperking of een kind met hoge activiteit in je klas, ieder kind moet je gelijk behandelen.

* Toch was mijn mentor niet van dezelfde mening met het E.G.O. wat betreft het vrij kleuterinitiatief omdat dit niet altijd haalbaar of mogelijk is om te doen bij zo'n jonge kleuters. Zo'n jonge kinderen zijn nog niet altijd even goed in staat om initiatief te nemen of om zelfstandig een keuze te maken. Soms wel, maar niet altijd. Het is volgens haar de taak van de kleuteronderwijzer om de kleuter te stimuleren en te motiveren, wat uiteindelijk kan leiden tot het 'zelf initiatief nemen van het kind'.


Kortom: Mijn mentor zegt dat het voor een kleuteronderwijzer het hoofddoel is om de kinderen goed te laten voelen in een klasgroep en in de school. Dit doe je het best door de leefwereld van kinderen in je klas tot leven te doen komen. Ga in op spontane interacties, handelingen en behoeftes van ieder kind en gebruik uitdagende en activerende werkvormen om kinderen te laten ervaren, exploreren en beleven! Welbevinden en betrokkenheid zijn voor mijn mentor van groot belang. Kinderen met een hoog welbevinden komen graag elke dag naar school terug! :)

Geen opmerkingen:

Een reactie posten